Door maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen komen de eerstelijnszorgpraktijken steeds meer onder druk te staan. Een belangrijke hoofdtaak binnen de visie eerstelijnszorg 2030 is het centraal ondersteunen van zorgaanbieders via de regio-organisatie. Het betreft hier overkoepelend beleid op thema’s zoals arbeidsmarkt, scholing, ICT, inkoop en huisvesting. Voor het overeind houden van de toegankelijkheid van de zorg en het op peil houden van de zorgcapaciteit onderschrijven we de noodzaak om hierin te voorzien. De directe, centrale ondersteuning voor praktijken wordt in 2025 verder ontwikkeld vanuit het nieuwe Servicebedrijf “Caliber Werkt”.
Dit zijn onze speerpunten voor de praktijk in 2025:
Arbeidsmarkt
Vanuit Rijn en Duin/Caliber Werkt wordt directe ondersteuning verleend op het gebied van recruitment en samengewerkt met lokale onderwijsinstellingen om de instroom van nieuwe zorgprofessionals te verhogen. Daarnaast wordt gekeken naar de mogelijkheden om een flexpool op te zetten om de zorgcapaciteit flexibel aan te passen aan de vraag – met name kleine(re) praktijken hebben hier behoefte aan.
Opzetten van helpdesk voor ondersteuning praktijken
Caliber Werkt gaat in 2025 een helpdesk introduceren die praktijken kan ondersteunen bij vraagstukken op het gebied van onder andere ICT, HRM, huisvesting en financiën. Het betreft hier ondersteuning voor algemene vraagstukken. Daarnaast kan – indien gewenst – specifieke (betaalde) dienstverlening worden geleverd bij bedrijfsmatige werkzaamheden.
Opleiding en scholing zorgprofessionals
Scholing en bijscholing worden in 2025 uitgebreid, gericht op expertiseontwikkeling voor ketenzorgprogramma’s zoals Cardiometabool en Longziekten. Zorgprofessionals krijgen toegang tot gespecialiseerde trainingen en consultaties met kaderartsen en kaderapotheken, wat leidt tot een betere zorgverlening in de eerste lijn.
Invoering van een preventieparagraaf binnen de ketenzorgprogramma’s
Uitbreiding binnen de ketenzorgprogramma’s met preventieonderdelen, zoals leefstijlinterventies voor patiënten met risico’s op cardiovasculaire ziekten. Door een integrale benadering en het gebruik van screeningsmodules in de ketenzorgprogramma’s, is de verwachting dat het aantal doorverwijzingen naar specialistische zorg afneemt en minder intensieve begeleiding nodig is in de eerste lijn.